Woordjes

Mama, ja, nee, poes, die. 5 dus

Nog geen 😱

Stuk of 10 zo ongeveer. bijv mama, papa, bah, buiten, eten, ja, deze

Hier ook niet hoor 😉 Vanaf 18 maanden gaan de meeste kindjes woordjes zeggen. Mijn zoontje zegt wel mamamamamama…

Mama, papa, oma, hap, op, die. Ow ja en Nee. Vooral heel veel nee nee nee🤦‍♀️🤭

Heit, mem, beppe, auto, bats, sok, toet toet, beeeh (als in schaap na doen) oh oh, och, wauw, doei

Niks geks hoor. Hier mama en papa. Begrijpt wel heel veel woordjes maar spreken zeker niet.

Hier brabbelt hij ook van alles, maar niet echt een woord. Is vooral veel tatata en ook wel mama(ma), maar ik heb niet het idee dat dat over mij gaat😂😂

Hahaha ja dit dus… hij zegt hier tegen alles mamamamama behalve tegen mij 🙄😂

Volgens mij bedoelt m’n zoon daar eten mee😂😂

😂😂😂

Mama, papa, wè (weg, in de zin van dat iets weg is), daaien (draaien), aaa (aaien), da (gedaan), nee, ja, dada, dierengeluiden nadoen

Die

Mama, papa, blub (door het liedje 😂), ja, nee. Verder halve woordjes/klanken van het woord, zoals daaaa ipv dag, aaaa / aaien enzo) Maar mijn dochter was wel weer erg laat met haar grove motoriek, ging bijvoorbeeld pas aan meubels staan met 13 maanden. 🙂

Haha hier ook niet 🤣

Papa mama kaaaaar (klaar) da (dat/die) en verder is er nog niks herkenbaars 🤭

Papa, mama, ja, nee, uit, open, dich(t), klaar, bal, hahaha, pop, poep, hap, eten. En zd zegt t vooral als het haar uitkomt, niet op commando😜👍🏻

Papa, Zedda (Zelda, de hond), mama (in die volgorde, bedankt he), Uf (snuf) Die ,dees, dat, eus (neus, kind heeft een vreemde obsessie), jaaaa, nee, haaaaayyy. Kind houdt nogal van kletsen

Mijn zoontje doet een hele dierentuin na, de geluiden van ezels, kippen, schapen, geiten, apen, beren, en nog zo een tien dieren. Daarnaast Mui (muis) Kra (kraai) Mee (meeuw) Uil (uil) Ei (ei) Be (bed) Koe (pannenkoek) Naan (banaan en maan) Boo (boom) Mama Papa Oop, di (open en dicht) Trei (trein) Elke dag zegt hij wel een nieuw woord de afgelopen twee weken 🤩

Papa, mamma die, Benthe (eigen naam), hebben, kijken, nee, ja, aap, eten, da-da (dag dag). Heeey, ham, opa, oma, ei, ijs.